21 september
Een leerling vroeg: “Als alle woorden en zinnen van de mysterieuze werking uitgeput zijn, maar het grote punt van onze zenschool is nog altijd niet begrepen, wat dan?”
Cuiyan zei: “Buiging.”
De leerling zei: “Dat begrijp ik niet.”
Cuiyan zei: “Je hebt je thuis verlaten om van zenklooster naar zenklooster te trekken en je kunt nog niet buigen?”
Kort
Niet elke buiging is een zen-buiging.
Iets langer
Deze vraag toont een bescheidener houding tegenover taal dan de vraag van gisteren. Toen suggereerde een leerling dat verlichting erom gaat alle taal op te geven. Dat veegde Cuiyan* van tafel. Nu vraagt een leerling – misschien is het wel dezelfde – wat je kunt doen als je alle woorden en zinnen van teksten en leraren ter harte hebt genomen, en je toch niet merkelijk verlicht of ontwaakt ben geworden. Waar kun je de zen-mosterd dan nog halen?
Heel vaak antwoorden zenleraren dan door stilzwijgend in de meditatiehouding te gaan zitten. Cuiyan tapt hier uit een ander vaatje. Hij raadt buigingen aan. In traditionele zenkloosters wordt de hele dag gebogen, voor alles en iedereen. Maar zoals Cuiyan op het einde van het gesprek oppert: je moet het wel kunnen. Niet alleen fysiek. Ook mentaal moet je op de juiste manier kunnen buigen. Opdat buigen niet alleen maar een formaliteit is, maar een verregaande praktijk die je verhouding met de wereld en jezelf kan raken en veranderen. Daar een verregaand onderzoek van maken, en het effect ervan laten doordringen in je leven, in je daden, en in je woorden – ook daar valt de zen-mosterd te halen.
*Cuiyan Lingcan (9de-10de eeuw)
Voor de hele reeks, klik hier.
Deze notities zijn ook dagelijks te volgen op Bluesky.
Als je deze teksten ook in de praktijk wil brengen, kun je deelnemen aan de online ZIT-sessies.