12 september
Case
Een leerling zei: “Een oude wijze zei dat iedereen broeders en zusters in het stof heeft. Kunt u me dat demonstreren?”
Caoshan zei: “Geef me je hand.”
Caoshan wees naar de vingers van de leerling en telde: “Een, twee, drie, vier, vijf. Dat is genoeg.”
Kort
Niemand is een mens uit één stuk. `
Iets langer
Iedereen heeft broeders en zusters in het stof. We zijn kinderen van het laagje leven op deze planeet, en we zijn intens verbonden met alle andere levensvormen. In ons ontstaan, ons leven en ons voortbestaan zijn we afhankelijk van elkaar.
Caoshans antwoord daarop maakt die visie nog radicaler. Broeders en zusters vinden we niet alleen buiten ons, maar ook in ons. Het is een van de oudste boeddhistische inzichten dat we niet één ding zijn, maar een verzameling, een bundel van dingen. Er razen allerlei patronen, gewoontes, ideeën, neigingen, interesses, gewetens, idealen in ons. Die kunnen we leren inzetten als bondgenoten voor een goed leven. Zelfs op het eenvoudigste niveau geldt dat. Bijvoorbeeld: wat doen onze vingers nu? Helpen ze ons? Of maken ze het ons moeilijk? Kunnen we een relatie met onze vingers aangaan zodat ze ons helpen wakker worden voor het leven dat we nu leiden? En kan die aandacht ons helpen om op te schuiven in de richting van het leven dat we echt ambiëren?
Voor de hele reeks, klik hier.
Deze notities zijn ook dagelijks te volgen op Bluesky.
Als je deze teksten ook in de praktijk wil brengen, kun je deelnemen aan de online ZIT-sessies.