4 augustus
Case
Een leerling vroeg Zhaozhou: “Wat als je helemaal onafhankelijk bent geworden?”
Zhaozhou antwoordde: “Ik sta achter je.”
Kort
Autonomie is een vorm van relatie-management
Iets langer
Als Indiase boeddhisten over onafhankelijkheid spreken, gaat dat meestal over vrij worden van 'karma' en dus ontsnappen uit het rad van wedergeboorten. Dat is het Indiase mythologische beeld van waar het boeddhisme om draait. In het Chinese boeddhisme – onder andere in de zen – ontstaat er een heel andere verhouding met onafhankelijkheid. Chinese meesters, zoals Zhaozhou hier, leggen eerder de nadruk op onze afhankelijkheid van de dao, de wetten van de natuur, onze relationaliteit, als verlichtingsideaal. Daarom antwoordt hij zijn leerling dat, ook als hij verlicht en bevrijd zou geraken, hij nog altijd een relatie met zijn oude leraar zou hebben. Vrijheid en relationaliteit – en dus afhankelijkheid – zijn minder gescheiden dan we soms denken.
Ook wij vandaag willen graag autonoom zijn. We beelden ons daarbij (vaak onbewust) in dat we dan vrij zullen zijn van invloeden van buitenaf en helemaal 'onszelf' kunnen zijn. Maar dat soort van autonomie bestaat niet. Omdat zo'n zelf niet bestaat. Zoals Zhaozhou antwoordt, hangen we aan elkaar van de relaties. Bevrijding is dwaze relaties en interacties inwisselen voor wijze. Dat is alvast mijn definitie van zen-autonomie.
Voor de hele reeks, klik hier.
Deze notities zijn ook dagelijks te volgen op Bluesky.
Als je deze teksten ook in de praktijk wil brengen, kun je deelnemen aan de online ZIT-sessies.