30 januari
Case
Keizer Wu vroeg: “Wat is voor u de heilige waarheid?”
Bodhidharma zei: “Een grote lege hemel, niets heiligs.”
Kort
Als 'de leegte' en 'de onderlinge afhankelijkheid' echt hetzelfde zijn, is heiligheid een overbodig woord.
Iets langer
Dit is het tweede deel van het gesprek tussen de Chinese keizer Wu en de Indiase boeddhistische leraar Bodhidharma, dat ik sinds gisteren bespreek. Bodhidharma heeft zonet tegen de keizer gezegd dat die geen ene moer van het boeddhisme heeft begrepen. Dat moet je durven tegenover een autocratische vorst. Maar Wu lijkt gefascineerd te zijn en wil meer te weten komen. Als verdiensten vergaren niet de essentie van het boeddhisme is, wat dan wel? Wat is de grote heilige waarheid? En weer lijkt Bodhidharma de draak te steken met zijn vraag: “Eén grote hemel, niets heiligs.”
Is er voor zenboeddhisten dan niets heilig? Is alles leeg en zinloos? Neen. Maar die interpretatie is wel begrijpelijk. Soms denk ik dat de term 'leegte' de grootste miskleun van het hele boeddhisme is geweest. Want vermoedelijk heeft die term meer voor verwarring gezorgd dan voor verlichting. 'Leegte' betekent niet dat er niets is. Of dat de verschijnselen die we ervaren niet echt bestaan. Leegte betekent weinig meer dan dat er nergens een vaste, eeuwige essentie te vinden is. Leegte is een ander woord voor relationaliteit: voor het feit dat alles wat bestaat een wolk van interacties is, én niets anders.
Dat is de heilige waarheid van het boeddhisme. Niet 'heilig' in de zin van een ander soort van realiteit', maar in de zin van 'richting gevend aan onze aandacht', 'inspiratie biedend voor onze daden' en 'vorm gevend aan ons idee van een zinvol leven'.
Voor de hele reeks, klik hier.