11 oktober
Case
Baoen ontmoette Qingfeng en vroeg: Wat is mijn ware zelf?”
Qingfeng antwoordde: “Een kind van vuur dat vuur komt zoeken.”
Later vertelde Baoen over dit gesprek met Fayan.
Fayan vroeg: “Hoe begrijp je Qingfengs antwoord?”
Baoen zei: “Het kind is vuur en het zoekt nog vuur. Zoals het zelf dat naar het zelf zoekt.”
Fayan zei: “Hoe kun je dat nu zo begrepen hebben?”
Baoen vroeg: “Hoe ziet u het dan?”
Fayan zei: “Vraag het aan mij.”
Baoen vroeg: “Wat is mijn ware zelf?”
Fayan antwoordde: “Een kind van vuur dat vuur komt zoeken.”
Baoen ontwaakte.
Kort
Vuur met vuur blussen lukt zelden.
Iets langer
Baoen* denkt dat als hij zijn ware zelf vindt hij wel verlicht zal zijn. Hij interpreteert Qingfengs** antwoord als een aanmoediging. Hij denkt dat 'vuur' staat voor onze ware natuur, en dat het dus zijn ware zelf is die naar zijn ware zelf vraagt. Maar Fayan** kan hem met net hetzelfde antwoord doen inzien dat zen om iets helemaal anders gaat. Niet Baoens ware zelf maar zijn vraag is het kind van vuur. Vuur slaat niet op een diepe essentie, maar op een vretend verlangen dat ons leven onnodig ingewikkeld maakt omdat het nooit ingelost zal worden. Zenverlichting gaat eerder over het lossen van dat verlangen dan om het proberen te vervullen ervan.
* Baoen Xuanze (9de-10de eeuw).
** Qingfeng Chengyi (geen data).
*** Fayan Wenyi (886-958).
Voor de hele reeks, klik hier.
Deze notities zijn ook dagelijks te volgen op Bluesky.
Als je deze teksten ook in de praktijk wil brengen, kun je deelnemen aan de online ZIT-sessies.