7 juli
Case
Toen Dongshan ziek was, vroeg een leerling hem: “Meester, u bent ziek, maar is daar iemand die niet ziek wordt?”
Dongshan zei: “Die is er.”
De leerling zei: “Zorgt degene die nooit ziek wordt voor u?”
Dongshan zei: “Ik heb de kans om voor hem te zorgen.”
Kort
Zen is het altijd weer het tegendeel van wat je dacht.
Iets langer
Dongshan is ziek en een leerling lijkt daar wat nerveus van te worden. Misschien dacht hij dat een echte zenmeester altijd in balans is en daardoor nooit ziek wordt. Of dat de verlichting je in contact brengt met een niveau waar geen ziekte bestaat en waarin alles altijd goed, fijn en mooi is. Met zijn eerste antwoord lijkt Dongshan dat te bevestigen. Het lijkt alsof hij zegt: “Mijn ziekte is maar een oppervlakkig iets, een illusie zelfs, want mijn ware aard die wordt nooit ziek.”
Dat geeft de leerling hoop en hij vraagt of Dongshan tijdens zijn ziekte hulp krijgt van dat hogere, ware niveau. En dan slaat Dongshan toe. Het is andersom, zegt hij. Mijn zieke zelf helpt datgene wat nooit ziek wordt. Datgene wat nooit ziek wordt is een ideaal. Idealen geven ons leven zin en richting. Omdat ze als denkbeeld bestaan, worden ze nooit ziek. Maar we geven ons aan dat ideaal in ons gewone leven, waarin we natuurlijk wel af en toe ziek worden. In die zin zorgen de idealen niet voor ons, maar wij voor de idealen. Opdat ze reëler worden, en de wereld zo een betere plek kan worden. Dan pas maken idealen een verschil.
Voor de hele reeks, klik hier.
Deze notities zijn ook dagelijks te volgen op Bluesky.
Als je deze teksten ook in de praktijk wil brengen, kun je deelnemen aan de online ZIT-sessies.