10 mei
Case
Meester Banzan kwam ooit eens voorbij een slagerij in een dorp en zag een klant varkensvlees kopen.
De klant vroeg de slager: “Kunt u een vers stuk afsnijden voor mij?”
De slager gooide zijn mes weg, nam een beleefde houding aan en zei: “Meneer, waar is hier ergens varkensvlees dat niet vers is?”
Toen hij dat hoorde, zag Banzan iets in.
(Shinji Shobogenzo)
Kort
Oprechtheid kan zo inspirerend zijn.
Iets langer
Dit is een opmerkelijk verhaaltje voor een traditionele zenbloemlezing. Ten eerste is het deze keer de zenmeester die plots iets inziet, en wordt dat uitgelokt door iemand die niet eens een boeddhistische beoefenaar is. In zenverhaaltjes gaat de zenleraar doorgaans met de pluimen lopen. Hier niet dus. Bovendien zijn boeddhisten traditioneel vegetarisch en horen slagers bij het rijtje 'onheilzame beroepen' omdat je er heel veel wezens voor moet doden. Toch is het in dit geval een slager die een zenmeester van zijn sokken blaast.
We kunnen dot verhaaltje heel filosofisch of mystiek lezen. De slager die zijn mes weggooit, zou dan kunnen staan voor het ophouden van onderscheid maken, en volop de eenheid van de dingen zien. De formele houding waarin de slager gaat staan heet shashu, waarbij je je handen samenbrengt onder je borstbeen, zodat je helemaal als één stuk staat, respectvol tegenover degene die voor je staat, zodat je ook daarmee één bent. Zijn uitspraak dat er nergens vlees te vinden is dat niet vers is, zouden we kunnen lezen als een mystieke uitspraak dat er nergens iets is dat niet verlicht of boeddha is.
Maar ik vermoed dat het daar allemaal niet over gaat.
Ik vermoed dat Banzan onder de indruk is van de slager omdat hij zo'n mooi voorbeeld is van beroepseer. Hij stopt even met werken om zo formeel mogelijk te stellen dat hij alles heeft gedaan om de best mogelijk waren op de markt te brengen. Hij bedot de boel niet en daar haalt hij de zin van zijn bestaan uit. Zelfs al hoort zijn beroep niet tot de beroepen die traditioneel goedgekeurd worden in de boeddhistische filosofie, er is ook zoiets als de manier waarop je je beroep uitoefent. De spirit waarmee je van moment op moment, dag na dag, je taak op de mooist mogelijke manieren vervult. De slager moet zijn brood verdienen, maar het gaat hem niet alleen om de winst. Hij wil een goede slager zijn. Een mooie slager. Die zijn relaties, zijn klanten mooie dingen kan leveren. Banzan moet daar even ontroerd door zijn geweest. Dat had hij vast niet zien aankomen toen hij de slagerij passeerde.
Voor de hele reeks, klik hier.
Deze notities zijn ook dagelijks te volgen op Bluesky en Mastodon.
Als je deze teksten ook in de praktijk wil brengen, kun je deelnemen aan de online ZIT-sessies.