25 april
Case
Een leerling vroeg: “Wat is mijn zelf?”
Zhaozhou zei: “Heb je ontbeten?”
De leerling antwoordde: “Ik heb ontbeten.”
Zhaozhou zei: “Was je kom dan.”
Kort
Vaak zijn de simpelste dingen de meest uitdagende.
Iets langer
Natuurlijk zit er iets plagerigs in Zhaozhou's* antwoord. Zijn leerling vraagt naar zijn eigenlijk, diepe, ware zelf en hij geeft hem een banaal regeltje als antwoordt.. Maar ook iets belangrijks. Want wat zijn kloosterregels? Leefregels waaraan mensen die kloosterlingen willen zijn beloofd hebben zich te houden. Dat doen ze vanuit het vertrouwen dat hen dat zal helpen om zo dicht mogelijk bij een moreel of spiritueel ideaal te komen. Dat is het zelf waar Zhaozhou op doelt. Niet het diepe persoonlijke ikje, maar degene die ene bepaalde richting in zijn leven heeft aangenomen, en probeert daarnaar te leven. Iemand die in de praktijk wellicht ver van dat ideaal staat, maar voor wie elk moment van de dag, en elke handeling van de dag in het licht van dat ideaal staat. Wat is mijn zelf? Iemand die probeert een goeie boeddhist te zijn. En die dat ook steekt in de manier van de vaat te doen.
* Zhaozhou Congzhen (778-897).
Voor de hele reeks, klik hier.
Deze notities zijn ook dagelijks te volgen op Bluesky en Mastodon.
Als je deze teksten ook in de praktijk wil brengen, kun je deelnemen aan de online ZIT-sessies.