18 januari
Case
"Alles brandt. Wat betekent het dat alles brandt?"
Boeddha
Kort
Als onze zingeving en ons klimaat niet bij elkaar passen, moet onze zingeving zich aanpassen.
Iets langer
Deze zin is het befaamde begin van de zogenaamde Vuurpreek, een van de bekendste toespraken van de Boeddha. Door zo te beginnen deed hij zijn publiek geloven dat hij een praatje zou houden over de Indiase vuurmystiek. Die was toen heel prestigieus. Volgens die mystiek kon je door vuuroffers te plengen in contact komen met de goden, één met hen worden, en een beter volgend leven scoren. De sacrale vuren moesten constant verzorgd worden, opdat ze niet zouden uitdoven. In zijn toespraak draaide de Boeddha dat beeld binnenstebuiten. Hij doelde eerder op de inwendige vuren van onze verlangens, onze haat en onze verdwaasde gedachten en hoe die onze wereld in brand zetten. IN plaats van die te onderhouden leren we die beter te doven.
Terwijl ik dit stukje schrijf, staat in Los Angeles een gebied zo groot als het Brussels Gewest in brand. Alles brandt. Wat betekent dit? Dat de klimaatopwarming volop aan de gang is. Dat niemand, ook niet de rijken en beroemden onder ons, van de akelige gevolgen gespaard zullen blijven. Maar het betekent ook nog wat anders. Net zoals de Boeddha de betekenis van 'vuur' veranderde van een mystiek ritueel naar een innerlijk onderzoek, zo vragen de vuurhaarden van onze tijd ons om een andere zingeving. Die radicaal ecologisch is. Die niet alleen maar diep in onszelf naar zin zoekt. 'Wat betekent het dat alles brandt?' Dat we een fundamenteel ecologisch beeld nodig hebben van het goede leven. Laten we eerlijk zijn: daar zijn we nog niet in geslaagd. Misschien heeft het boeddhisme daarin iets te bieden. Maar dan wel op voorwaarde dat we 'zen zijn' anders gaan invullen dan een beetje kalmer en geconcentreerder zijn.
Voor de hele reeks, zie hier.