17 januari
Case
Een leerling vroeg: “Wat is de Boeddha?”
Yunmen* antwoordde: “Een strontstok.”
Kort
Het lijkt op baldadigheid, maar het gaat over dienstbaarheid.
Iets langer
Chinese zenliteratuur drukt zich af en toe baldadig uit. Zoals Yunmen* hier. Hij noemt de Boeddha een strontstok. Een halve eeuw tevoren had een ander zenleraar de Boeddha al 'een droge drol uit een vreemd land' genoemd. Die manier van spreken had de zen overgenomen van een toen al duizend jaar oude uitspraak van de taoïstische filosoof Zhuangzi. Die had gezegd dat de Tao te vinden was “in kak en in pis!” Ik vermoed dat precies die baldadigheid de zen zo populair maakte in het naoorlogse westen. Het was een hele opluchting om spiritualiteit bevrijd te zien uit haar grote sérieux. Zen is overal te vinden. Niet alleen in ivoren torens. Maar ook in stront.
Maar Yunmen hangt hier niet alleen maar de baldadige jongen uit. Chinezen in dit tijd gebruikten geen WC-papier, maar een stok, een soort van spatel, om zich af te vegen. Dus als een leerling Yunmen vraagt wat de Boeddha is, antwoordt hij wat een Boeddha doet: zich aanbieden als WC-papier. Een 'verlicht' mens is iemand die de vuiligheid van de wereld mee helpt wegwerken. Ivoren torens of hemelse gelukzaligheid is voor amateurs. Echt verlichtingswerk is strontscheppen. In een ontwaakte wereld zijn mensen hoog-kwalitatief WC-papier voor elkaar.
 
*Yunmen Wenyan (864-949).
Voor de hele reeks, zie hier.