4 januari
Case
Nagarjuna hoorde over een bijzondere beoefenaar die Kanadeva heette, en wilde hem testen. Hij liet een van zijn monniken Kanadeva een kom met water brengen. Kanadeva keek in de kom, zei niets, en gooide er een naald in. De monnik bracht de kom weer naar Nagarjuna, die heel blij was. Hij had in Kanadeva iemand gevonden met een gelijkaardige zenpraktijk.
Kort
Als je de rustige ruimte niet doorkruist, maakt ze weinig verschil.
Iets langer
Dit woordeloze gesprek heeft zo goed als zeker nooit echt plaats gevonden. Het is een legende. Nagarjuna was een Indiase boeddhistische leraar die mogelijk ergens in de eerste eeuw van onze jaartelling leefde. Volgens de zen-legende was Kanadeva zijn belangrijkste leerling. Maar legende of niet, wat maken we van deze uitwisseling?
Zoals veel zenteksten laat het verschillende interpretaties toe. Voor mij werkt het gesprek vooral als een herinnering aan het feit dat de zenweg niet alleen om rust gaat, maar ook om een niet aflatend onderzoek vraagt
Nagarjuna's kom met water heeft iets van een geconcentreerde geest in meditatie. Alles is rustig geworden. Lichaam en geest voelen als een heldere, weidse, transparante ruimte. Daar kunnen allerlei dingen in opduiken, maar je zit als een kom water. Je bent de ruimte waarin al die dingen opduiken. Dat kan een deugddoende en zelfs levensveranderende ervaring zijn. Maar een zenleven gaat over meer dan dat.
Daarom gooide Kanedeva een naald in het water. Kanadeva's naald zal de rust van het water nauwelijks verstoord hebben. Maar toch drong ze moeiteloos door tot de bodem van de kom. Ook dat is een goed beeld voor zenmeditatie. Je aandacht is penetrant, je rustige zitten maakt een verregaand onderzoek mogelijk. Een onderzoek van wat? Van om het even welke ervaring die je nu hebt. Je doorklieft die. Je laat je vaste ideeën over die dingen los en je bekijkt ze. Heel concreet, duidelijk, zoals ze opkomen, veranderen en voorbijgaan.
Voor de hele reeks, zie hier.