ELKE DAG BEGINT (321): De maan houdt Dogen wakker;

17 november 

 

Case

"Net wanneer mijn verlangen het diepst is
om nog één keer de maan boven Kyoto te zien,
houdt het mooie beeld dat ik op deze herfstnacht zie
me uit mijn slaap."

(Dogen)

 

Kort

Er is altijd ruimte voor tegengestelde emoties.

 

Iets langer

Dogen* scheef dit gedicht net voor zijn dood. Hij was amper drieënvijftig, maar werd ziek en zou nooit genezen. Op het eerste zicht lijkt hij zijn lot te beklagen. Zo graag had hij de maan nog eens gezien boven Kyoto, waar hij vandaan kwam, maar dat zal niet meer lukken. En nu kan hij ook nog eens niet slapen door het maanlicht boven de berg waar hij zijn tempel heeft staan. Of hij troost zich: “Ik kan dan de maan niet zien boven Kyoto, maar hier is het toch ook wel mooi. Gewoon tevreden zijn met wat er is, meer zit er niet in.”

Maar mogelijk gaat het, zoals zo vaak met Dogen, over meer dan dat. Hij plaatst hier twee dingen tegenover elkaar: een diep verlangen dat nooit vervuld zal kunnen worden, en een schoonheid die hem hier en nu wakker houdt. Jong sterven moet, ook in Dogens tijd, op zijn minst met gemengde gevoelen gepaard zijn gegaan. Maar ook als je door spijt of verlangens verteerd wordt, zegt Dogen hier, bestaat de verlichtingsweg erin dat volmondig te erkennen én toch helemaal wakker blijven voor het ontzagwekkende van het bestaan.

 

*Dogen Kigen (1200-1353).

 

Voor de hele reeks, klik hier.
Deze notities zijn ook dagelijks te volgen op Bluesky.

Datum

tomhannes.be - Copyright © 2021

banner foto Theodoor Dirkx - website startx.be