25 januari
Case
Yunyan vroeg Daowu: “Wat doet de bodhisattva van het grote mededogen met zoveel handen en ogen?”
Daowu zei: “Het lijkt op iemand die 's nachts naar een hoofdkussen grijpt.”
(Shoyoroku)
Kort
Aangezien we een verzameling gewoontes en patronen zijn, kunnen we er maar beter goede kweken.
Iets langer
'De bodhisattva van het grote mededogen' is een mythische figuur. In het Japans heet die Kannon. Kannon belichaamt het mededogen zodanig dat hij honderd ogen had om leed te zien, en duizend armen om te helpen. Omdat er altijd leed te zien is, en er altijd zo ontzettend veel te helpen valt. Yunyan vraagt wat Kannon met al die ogen en armen doet? Wat minder mythologisch uitgedrukt is de vraag: hoe ziet een meedogend leven er in de praktijk uit?
Daowu's antwoord is verrassend kleintjes. Het lijkt op iemand die in zijn slaap onbewust een hoofdkussen onder zijn eigen hoofd schuift. Voor mij vertelt dit antwoord dat we worden wat we doen. Als we ons bewust inzetten om zo vaak mogelijk meedogend te reageren, wordt die gewoonte automatisch en onbewust. Dan ben je meedogend, ook als je er niet speciaal mee bezig bent. Zoals armen die die slapend een hoofdkussen onder een hoofd steken. Omdat die armen en dat hoofd tot één lichaam behoren. Net zoals iemand die doordrongen is van mededogen ervaart dat we niet gescheiden zijn van het leed van de wereld.
Voor de hele reeks, zie hier.