16 januari
Case
"Onze houding tegenover onze meditatie bepaalt de inhoud van onze meditatie."
(Kosho Uchiyama)
Kort
Je denkt misschien dat je niets van je meditatie verwacht. Think again.
Iets langer
Uchiyama* gaf nauwelijks les over het boeddhisme. “Als er vragen zijn”, zei hij soms, “dan moet je mijn boeken maar lezen.” Hij schreef er een twintigtal. Ook rituelen deed hij nauwelijks. In zijn tempel werd vooral gemediteerd.
Toch zegt hij hier dat onze houding tegenover zenmeditatie bepalend is voor de inhoud van onze meditatie. Onze verwachtingen - alles wat we denken dat zenmeditatie hoort te zijn of te doen - maken deel uit van wat in onze zitpraktijk gebeurt. We hebben altijd verwachtingen. Ze kruipen in al onze handelingen, keuzes, beslissingen en inschattingen. Wie denkt verwachtingloos te mediteren, maakt nog het meest kans de speelbal te zijn van hun onbewuste verwachtingen. Die kunnen voortkomen van een oud zelfbeeld. Of uit de maatschappij. Pas als we bereid zijn om onze verwachtingen te zien als ze opduiken, kunnen we te inschatten en waar nodig ons ertegen verzetten.
Wil je je beter concentreren, dan is de kans groot dat een betere concentratie haast vanzelf het resultaat wordt van je meditatie. Wie een beter huurmoordenaar wil worden, kan ook baat hebben bij meditatie. Denk je dat je je één moet voelen met de kosmos, dan zullen dat soort ervaringen vaker opduiken. Wat is dan de beste, mooiste, grootste, meest nobele verwachting die we aan onze meditatie willen hangen? Want stel je voor dat die allermooiste verwachting richting kan geven aan onze meditatie en aan ons leven!
* Kosho Uchiyama (1912-1998).