11 januari
Case
De Boeddhaweg bestuderen is jezelf bestuderen.
(Dogen Kigen)
Kort
Naar binnen kijken is het begin van alle zen.
Iets langer
Deze zin is de eerste van vijf heel beroemde zinnen in de zen. Ik zal ze de komende vijf dagen kort bespreken. Dogen Kigen (1200-1253) schreef ze in de Genjokoan, zijn essay over De verwezenlijking van het fundamentele punt. Ze gaan dus, volgens hem, over datgene waar het in de zen om draait.
De eerste zin is nog behoorlijk recht voor de raap. De boeddhistische weg begint met naar binnen te kijken. Dat kennen we. De westerse filosofie kent sinds Socrates ook zo'n grondbeginsel: "Zelfkennis is het begin van alle wijsheid." Eén manier om aan die zelfkennis te beginnen is meditatie. Bijvoorbeeld door je aandacht voortdurend terug te brengen naar je ademhaling. Zo vaak je maar kunt. Ook dat kennen we ondertussen wel.
Aangezien je je ademhaling altijd bij hebt, kun je de focus op je ademhaling altijd oefenen. Telkens als je weer eens opgenaaid wordt door je eigen gedachten of emoties, kun je de zen-weg beginnen te bestuderen door je aandacht te verleggen naar je ademhaling. Je kunt je ideeën en impulsen zien passeren, in plaats van ze te volgen. Daar begint dus jouw zen. Je komt zo heel wat over jezelf te weten. Zo zo, dit leeft dus allemaal in mij. Sommige van die dingen zijn mooi, maar een heleboel dingen zijn idioot, ronduit beschamend zelfs. Maar je hoeft ze niet te volgen. Want je bent ook de grote ruimte waarin al die dingen passeren.
Zelfkennis vergaren is al heel wat. Tegelijkertijd is het ook maar het begin. Want meteen na zijn eerste zin laat Dogen zijn tweede zin op ons los: "Jezelf bestuderen is jezelf vergeten." Wat dat betekent, bekijken we morgen.
Voor de hele reeks, zie hier.