11 april
Case
Een leerling vroeg Zhaozhou: “Hoe oud bent u?”
Zhaozhou antwoordde: “Op gebedskralen raak je niet uitgeteld.”
Kort
In een zenpraktijk is cyclische tijd vaak interessanter dan lineaire tijd.
Iets langer
Is de vraag van de leerling wel zo interessant? Wat maakt het uit of Zhaozhou* antwoordt dat hij zesenvijftig, zevenenzestig of achtentachtig is? Maar Zhaozhous antwoord is wel interessant.
Als we onze leeftijd uitdrukken, spreken we over tijd als iets lineairs. We beginnen bij nul en elk jaar komt er een jaar bij. Tot het ophoudt. Maar in een zenpraktijk is de tijd cyclisch. Net zoals gebedskralen ringen zijn. Het maakt niet uit hoeveel jaren we zen beoefenen, we beginnen telkens weer opnieuw. In meditatie komen we onophoudelijk terug naar onze houding of ademhaling. Om de haverklap leggen we de bodhisattvageloftes weer af. We zijn altijd beginnelingen op de ring van de weg. Ooit stopt het, natuurlijk. We zullen heel zeker in een niet zo verre toekomst sterven. Maar wanneer dat zal zijn weten we niet. En daarom is de tijd van de praktijk altijd nu. Elke ochtend begint de dag. En herstart onze praktijk.
Misschien klinkt dat op het eerste gezicht weinig aantrekkelijk. Maar in de praktijk is het zinderend heerlijk. Je raakt er niet alleen nooit op uitgeteld. Je raakt er ook nooit op uitgekeken.
* Zhaoahou Congshen (778-897).
Voor de hele reeks, klik hier.