10 april
Case
Een leerling vroeg: “Wat zijn mirakels?”
Dongshan antwoordde: “Gassho."
Kort
Fake it til you make it. Maar doe het authentiek.
Iets langer
Mirakels vind je in elke oude religie of spiritualiteit. Hoewel de Boeddha* weinig interesse had in mirakels, en ze zelfs vulgair vond, worden hem toch ook hem een hele reeks wonderverhalen toegeschreven. Mensen lijken verzot te zijn op mirakels, en verwachten er veel van. Daarover stelt een leerling van Dongshan** dus een vraag. De vraag zelf is al interessant. De leerling vraagt zijn leraar niet of hij kan toveren. Hij vraagt wat mirakels zijn. Wat stellen ze voor? Is er een verband tussen een ontwaakt levenspad en toverkrachten?
Dongshan antwoordt simpelweg: “Gassho”. Dat is Japans voor een formele begroeting waarbij we onze handpalmen tegen elkaar drukken en onze romp naar voren buigen. In traditionele zenkringen doen we de hele dag gassho: voor elkaar, voor de boeddhabeelden die overal staan, voor ons zitkussen, voor ons voedsel, het houdt niet op. Het hele kloosterleven barst van de gebaren die bedachtzaamheid, hoffelijkheid en vriendelijkheid uitdrukken. Het gevolg daarvan is dat we inderdaad ook echt vriendelijker worden. In die zin is de zenpraktijk een vorm van fake it til you make it. We denken soms dat authenticiteit betekent dat ons gedrag onze diepe innerlijke impulsen volgt. Maar we kunnen ook authentiek zijn door ons te wijden aan een praktijk die we aannemen en cultiveren. Ons gedragen als een boeddha kan ons dichter bij het boeddhaschap brengen. Een mirakel.
* Siddhattha Gotama (480-400 v. Chr.).
** Dongshan Liangjie (807-869).
Voor de hele reeks, klik hier.